Het leven deelt de kaarten, jij kiest hoe je ze speelt.

‘Jipie!’, juichte ik toen de eerste minister aankondigde dat rusthuisbewoners voortaan van één vaste persoon bezoek mogen krijgen. Oma (mijn schoonmoeder met dementie) woont in een WZC. Bij het begin van deze crisis kregen we te horen dat ze besmet was met het coronavirus. We vreesden het ergste. Maar wonder boven wonder heeft ze zich erdoor gesparteld. Na veertien dagen in quarantaine op haar kamer te hebben doorgebracht, leeft ze nu weer tussen de andere bewoners.

We probeerden te skypen, maar de laptop bezorgde haar alleen stress. Ze wilde hem steeds opnieuw dichtklappen. We schrijven brieven, maar ook daar reageert ze nauwelijks op. Misschien denkt ze dat we aan de andere kant van de wereld zitten. En zij was telkens al zo bezorgd bij het kleinste reisje dat we maakten. Zelf is ze nooit over de landsgrenzen geweest. De ergotherapeut van haar woonunit bezorgt ons filmpjes. We zijn er heel blij mee, maar zien ook hoe oma week na week aftakelt. Hoe nerveus ze is. Hoe mager ze wordt. Hoe ze haast niet meer praat. En hoe ze meer en meer in zichzelf keert. Dat mijn man, haar zoon, weer op bezoek zou kunnen gaan, zou haar misschien wat rustiger maken. En als dit haar laatste maanden zijn, kan ze zich misschien toch nog een beetje omringd en geliefd voelen. En kunnen wij toch een ietsiepietsie van betekenis voor haar zijn.

Op facebook las ik echter heftige reacties i.v.m. deze maatregel. De WZC zijn broeihaarden van het virus. Het is ongehoord, niet te begrijpen dat bezoekers het vandaaruit weer onze wereld kunnen binnenbrengen. De rusthuissector protesteerde omdat ze niet gehoord waren in deze kwestie. En zowat iedereen is het erover eens dat dit niet eenvoudig te organiseren is. De maatregel wordt waarschijnlijk opgeschort.

Ik ben natuurlijk niet doof voor deze argumenten. Maar omdat iemand die ik graag zie er slachtoffer van is, hecht ik meer belang aan de argumenten om het rusthuisbezoek weer toe te staan. Ik besef dat het een kwestie van perspectief is. Van het standpunt waaruit je kijkt. Zo gaat het je leven lang. Je kan dingen die je overkomen vanuit verschillende standpunten bekijken. Meestal bekijk je ze vanuit jezelf, op de manier die je gewoon bent.

Je levensverhaal schrijven nodigt je uit ook eens vanuit een ander perspectief te kijken. Hoe anders heeft je broer een bepaalde situatie ervaren? Waarom deden je ouders wat ze deden? In welke mate zijn de toen heersende maatschappelijke normen van invloed geweest? Door anders te kijken, het geheel te overzien, kan je dingen gemakkelijker begrijpen. Je kan het gevoel dat je erover hebt erkennen en tegelijk plaats maken voor een nieuw gevoel. Een gevoel dat je nu met je wil meedragen. Dat je helpt vooruit te gaan.

Dit is de kracht van je levensverhaal schrijven. Het is een kans om je leven te her-schrijven. Om te kiezen hoe je voortaan in het leven wil staan. En het leven te leven dat bij je past.

Schrijf je in voor onze inspiratiebrief, Wiebelkoffer

Je bent aangemeld!